- Hang een nestkast niet in de volle zon, wind of regen. De invliegopening naar het noorden, noordoosten of oosten.
- Hang de nestkast op een rustige plaats.
- Hang een nestkast op minimaal 1,5 tot 2 meter hoogte, zodat katten er niet bij komen.
- Hang de kasten niet te dicht bij elkaar. Kasten voor verschillende soorten, bijvoorbeeld pimpelmees en koolmees, moeten minimaal drie meter uit elkaar hangen.
- Kasten voor dezelfde soort moeten minimaal tien meter uit elkaar hangen.
Een nestkast moet stevig opgehangen worden, maar vogeltjes wegen maar een paar gram, dus een flinke schroef is voldoende.
Je kunt ook een oude binnenband van een fiets gebruiken om het kastje op te hangen. Bijvoorbeeld om een boom of op het balkon om een metalen pilaar. Gewoon een binnenband er om heen, aantrekken en een stevige knoop er in.
Het kan soms even duren voordat een vogel het nestkastje heeft ontdekt. In de winter gebruikt hij het huisje als schuilplaats.
Vogels zijn graag op een plek waar ze ook eten kunnen vinden. Bij bomen en struiken, waar ze zelf insecten vinden. Maar je kunt ze helpen met een vetbol of een voedersilo.
Download:
Het ophangen van een nestkast (pdf)