Veren

Veren zijn een kenmerk van vogels.
Geen enkele andere dier heeft veren. 

  • slagpennen
  • staartpennen
  • dekveren
  • donsveren

Vogels hebben 4 verschillende soorten veren met een verschillende functie.
1. Met de grootste veren, de slagpennen kan een vogel vliegen.

2. Met de staartpennen kan de vogel o.a. sturen, remmen en evenwicht bewaren in de lucht.

3. De dekveren van de vogel houden het lichaam droog, ze zijn waterafstotend als een regenjas.

4. De donsveren zitten onder de dekveren en  houdt de vogel lekker warm.

Ook gebruiken vogels hun veren om het nest warm te houden en sommige vogels bekleden hun nest met donsveertjes om het nest lekker zacht te maken. De kleur van de veren zorgt voor camouflage of is juist om mee te pronken bij het zoeken van een vrouwtje. 

Minstens één keer per jaar zijn vogels in de rui en vervangen ze hun veren. Dat is meestal in de zomer als de jongen zijn uitgevlogen. Tijdens de rui houden vogels zich stil, ze zijn kwetsbaar omdat ze minder goed kunnen vliegen. 

Vlak bij de staart hebben de meeste vogels een stuitklier zitten.
Deze klier produceert vet wat vogels door en over hun veren heen poetsen. Dit zorgt ervoor dat de veren waterdicht zijn. 

Donsveren hebben lange, pluizige vertakkingen, die baarden heten. 

Een veer bestaat uit: spoel, schacht, vlag, baarden en baardjes.
De vlag van de veer bestaat uit een soort haartjes (baarden) met kleine haakjes (baardjes). Ze vormen samen een soort ritssluiting.

https://schooltv.nl/video-item/vroege-vogels-in-de-klas-vogels-in-de-rui