Van rups tot vlinder

In een opwelling neem ik een plukje rupsen mee naar huis. Het idee is dat ik ze binnen opkweek en dan meer vlinders overhoud dan in de natuur buiten. De waardplant gaat natuurlijk mee: de grote brandnetel.

Het was meer werk dan ik dacht. De rupsen hadden veel honger. Elke dag een verse brandnetel uit de tuin spitten. Alleen de toppen zijn lekker genoeg voor ze!
Uiteindelijk heb ik 8 prachtige dagpauwogen tot wasdom zien komen. Spectaculair! Maar in het vervolg laat ik ze met rust. De natuur kan het net zo goed of waarschijnlijk beter.

Wel 4 keer kregen ze een nieuw huidje, een zwart pluimpje bleef achter.
Er werd gegeten en gepoept. Heel boeiend vond ik om te zien, dat ze in het begin per se samen wilden zitten. Pas in de laatste fase gingen ze solo naar de top.

Vaak miste ik het magische moment van het ontpoppen. Eén keer was ik erbij en heb ik het zelfs op film kunnen vastleggen.



Na een week hingen er twee rupsen stil aan een draadje. De volgende dag was het een cocon.

Het “oppompen” van de vleugels duurt ongeveer een uur, je ziet een druppel “bloed” op de grond, dan is hij klaar. Zo blijft hij rustig nog een dagje hangen .

In een maand tijd zijn er in totaal 8 vlinders uitgevlogen.
(7 juni – 7 juli 2024)